Han Neijenhuis - DW verkocht

Online column waarin passend afscheid wordt genomen van een oude vriend

Muzieknieuws 31-10-2017 15:01

Drummer en vaste Slagwerkkrant-auteur Han Neijenhuis neemt in deze column afscheid van zijn trouwe DW drumstel. Een liefdevolle terugblik op zijn muzikale avonturen met het witte gevaarte bij onder meer Tony Spinner, Sonny Hunt, Leif de Leeuw en The Veldman Brothers. Check ook de sfeervolle foto’s.

 

door Han Neijenhuis

‘t Is wat. Vorige week de accordeon verkocht. Afgelopen zaterdag m’n DW kit. Van de accordeon werd ik een beetje weemoedig. Dat de DW weg is, gaat me aan het hart. En mijn vrouw haast nog meer. We hebben er nog net geen traantje om gelaten. Maar soms ben je toe aan iets anders. En ik kan helaas niet alles houden; heb er simpelweg geen plek voor.

Nu zou ik een enorme lap tekst kunnen gaan schrijven over wat ik de afgelopen bijna veertien jaar allemaal samen met dat mooie witte drumstel heb meegemaakt. Zoals ik dat meestal doe…

Over die zaterdagochtend in januari 2004, toen ik ‘m ophaalde bij Interdrum in Winterswijk. Eigenaar Tonny Kamperman sloeg ter demonstratie nog eens heel hard op de floortom. ‘Wow’, zei ie erbij. Alsof hij zelf ook nog verrast was door de vette, warme sound. Ik wilde Bonham-style en kreeg dat ook.

Of die zondagochtend erna, toen we gingen repeteren met Poundcake en ik door de Achterhoek richting ons toenmalige oefenhok in Lobith reed met de DW in de achterbak. De weg was net iets mooier dan anders.

 


Over de auditie bij Tony Spinner, een jaar later, in de toenmalige ‘bandhouse’, onderaan de dijk, naast het kerkje in Ravenswaaij. Dat mooie kerkje, dat ik op zondagochtend, wanneer de bandhouse soms ons hotel was, nog wel eens vervloekt heb. Tony hielp mee m’n drumkit uit te laden. Dat vond ik al bijzonder. Het voelde goed, die allereerste ontmoeting. En naar verluidt, scoorde ik direct punten toen ik die enorme DW bassdrum uit die nog enormere hardcase haalde en ‘m in de woonkamer annex repetitieruimte opstelde. Tony had net z’n album Chicks & Guitars uit. Meer rock dan blues in die tijd. De vette DW paste daar goed bij. De fijne, geslaagde en zelfs gemoedelijke auditie heeft m’n muziekcarrière tot op de dag van vandaag een geweldige boost gegeven.

 


Over de navolgende tours met Tony. Ons eerste optreden in Spirit of 66 in Verviers. De mooiste liveclub van België. Voor zover ik ze ken dan. De immer relaxte eigenaar, boeker en geluidsman Francois gaf me na afloop een hele grote sticker van zijn Spirit. Die zit sindsdien op die hele grote bassdrumcase.

 

Hardcase met Spirit of 66-sticker

Of die keer dat we van Berlijn naar Salzburg reden en de bandbus er halverwege de brui aan gaf. Ik zie nog voor me hoe de bus, met de hele backline achterin, in een hoek van misschien wel 45 graden de Duitse sleepwagen op werd gehesen. Ik was bang dat mijn DW helemaal verpletterd zou worden door de naar achteren schuivende gitaar- en bassamps. Maar leve de hardcase! Mijn drumkit was ongedeerd. De bus de volgende dag ook weer. De tour ging verder.

 

Opnamen voor Refuel (Veldman Brothers) 

Over het Spinner-album Live In Europe, met daarop enkele opnamen van de gig in de Bluesgarage in Hannover. Daar vind ik het geluid van de DW te massief. Op het navolgende Rollin’ & Tumblin’ klinkt ie wel fijn. Net als op Sonny Hunt’s Hitting The Noot. Maar voor de opnamen van het laatste Veldman Bros-album Refuel, koos ik voor een andere kick. Een oude, groene 22” Pearl. Niet de ‘kanonskogel’ die de 24” DW was.

 

Misschien ook over mijn korte tijd in de toen nog prille Leif de Leeuw Band, waarin ik soms ook twijfelde of de DW niet te vet was voor de blues. Hoewel… Leif’s band was toen eigenlijk nog een veredelde Free-tribute. Daar paste die vette kit wel weer goed bij. Maar bij The Etta James Experience koos ik later om de lichtere Sonor kit te gebruiken.

 

Of over onze Nuno, die als negenjarig jochie op dat grote drumstel de soundcheck voor mij deed bij Sonny Hunt, op een al lekker gevuld Marktplein in Enschede. En voor het eerst applaus kreeg. Hij trots. Ik ook.

 

Mooi ook, met Rob Orlemans op het grote Appelpop. En uiteraard de 140 gigs, de afgelopen twee jaar, met mijn brothers Gerrit, Bennie en Fred. En al die geluidstechnici die enthousiast waren over de DW-sound. Die me voor gek verklaarden, de laatste maanden, als ik vervolgens vertelde dat ik van plan was om de DW te verkopen. Soms sloeg de twijfel even toe.

Met Gerrit Veldman (The Veldman Brothers)

 

Over veel belangstellende bieders op de DW. Raar fenomeen dat Marktplaats. Ik fatsoenlijk op al die bieders reageren. Maar de meesten laten vervolgens gewoon nooit meer iets horen. Waarom bied je dan?? Ik zal er wel te oud voor zijn. En te keurig-netjes. Dus even dacht ik dat ik hem niet kwijt zou raken. Ja, mooie kit, zeiden de bieders die wel iets lieten horen. Maar dan was de kleur te wit, die paar nauwelijks zichtbare krasjes te groot, de prijs te hoog of de sound te specifiek. Ja, dat was het nou precies: specifiek. Dat maakte de DW zo mooi, maar ook niet voor iedereen geschikt.

 

NR2 in Vorden

Over die laatste koper, die afgelopen zaterdagmiddag belde, vervolgens anderhalf uur in de auto zat naar de NR2 in Vorden, waar mijn DW tussen de gitaren en amps in de winkel mocht staan (met dank aan eigenaar Piet Grasmeijer!). Twee uur later was de kit verkocht. Precies wat hij zocht, zo’n specifieke sound.

 

Bassdrum inpakken in de hardcase

Ik speelde er zaterdag nog één keer op. Heel hard. En pakte vervolgens voor het allerlaatst die enorme bassdrum in die nog enormere hardcase. Zoals ik al wel honderden keren had gedaan. In die grote koffer, die je met één hand niet kan dragen en die in bijna geen enkele auto past. Ik sjouwde het bakbeest naar buiten en riep ondertussen tegen Piet: ‘Zie je nou waarom ik hem verkoop!?’ Ja, dat begreep Piet wel.

Over die onbekende, grote auto waarin de DW verdween, waarvan we de blije eigenaar nog eens de hand schudden en die toen wegreed. Met mijn drumstel achterin. En al die herinneringen die eraan vast zitten. Maar ik ga ze niet allemaal hier opschrijven. De foto’s spreken voor zich.

 

 

Online columns Han Neijenhuis
Drummer en vaste Slagwerkkrant-auteur Han Neijenhuis is typisch zo iemand waarvan je niet weet of ie nou een schrijvende drummer is of een drummende schrijver. Wie hem volgt via Social Media, vindt foto’s van optredens met vaste bluesrockband The Veldman Brothers (erg goed; ga kijken als je de kans hebt!) en voordien met bluesgitaarhelden als Tony Spinner en Leif de Leeuw, maar even zo makkelijk artikelen voor Soundz Magazine (laatst nog een interview met Glenn Hughes) en dus onze eigen Slagwerkkrant (o.a. Hans Eijenaar, Wouter Prudon, Jonathan Joseph). Leuk op zijn Facebook-pagina zijn ook de column-achtige stukjes die hij regelmatig schrijft over zo’n beetje alles wat hem bezighoudt. Wij hebben besloten om alle schrijfsels die betrekking hebben op drums en slagwerk te publiceren, hier op Slagwerkkrant.nl. Dit is de tweede aflevering. De eerste vind je hier: een mooi verhaal over de ontmoeting met drumheld Tommy Aldridge.

zoeken
zoeken